Borstvoeding en Scrabble
Katrien Pierlet is mama van twee dochters: 4 jaar en 1,1 jaar. Ze is een grote voorstander van borstvoeding en freelancer binnen de theaterwereld.
Hier zit ik dan, de hippe mama in een bar waar koffie verkeerd een café Latte noemt. PAUZE! Ik wrik op de ongemakkelijke designstoel en kijk uit op de gezelschapspelletjeskast. ‘Scrabble dat is lang geleden’, bedenk ik. Mijn blik dwaalt over de deur en ik zie een borstvoedingsvriendelijke sticker. Jammer dat bij zo’n sticker geen gemakkelijke stoel of zetel wordt geleverd want op zo’n staalharde designstoel is het ook niet gezellig voeden laat staan kolven.
Ineens besef ik dat ik mijn kleine hummel inmiddels 13 maand voed. Ik denk aan de mooie en minder mooie momenten. Ik hoop het minstens even lang vol te houden als bij de oudste dochter. De oudste dochter en ik besloten na 20 maanden liefde tanken er een eind aan te breien. Maar daar zijn we bij de jongste nog lang niet. Ja, we zijn allebei borstvoedingsverslaafd. Of nee, het is geen verslaving, dat is soms de perceptie van mijn omgeving. Wij doen dit gewoon omdat het nodig is en we dat zo graag willen.
Maar het pad is hobbelig, het pad is er eentje van genieten maar ook van volhouden en doorbijten. De meeste collegamama’s hebben een eindeloos respect, zijn ook een tikje jaloers zelfs. En vooral hebben ze één luidklinkende vraag: ‘Hoe. Doe. Jij. Dat?!’ De reacties die ik vooral hoor zijn: ‘Ik ging werken en ineens was het op. Het stopte gewoon.’ ‘Ik ging werken en pfff man dat kolven….’ Yep, denk ik dan. Die gevoelens herken ik AL-LE-MAAL. Want ineens moest ik werken en begon het kolven. Ik schafte me meteen de handigste (duurste ook…) handsfree dubbele kolfset met oplaadbare batterij aan. Ik ben nogal mobiel in mijn freelance bestaan dus ik moest overal en ten allen tijde kunnen kolven. Nu is de wettelijke regeling omtrent kolven in mijn geval een lachertje. Een half uur kolven op één werkdag? Pardon? Op één werkdag was ik in totaal minstens een uur aan het kolven en had ik nog te weinig melk geproduceerd. Soms kwam er amper 20 ml uit. ‘Nou nou, dit is dan het aperitiefhapje alvast’, dacht ik dan. Mijn dochter dronk meer dan dat ik ooit gekolfd kreeg op een dag. Nu ben ik nooit de moeder geweest die heel Afrika van de hongersnood kon redden met mijn melkproductie. Nee, mijn melk was tijdens mijn moederschapsrust ook regelmatig ‘op’, ook al had ik me mooi aan alle regeltjes gehouden. Dus ik heb werkelijk OVERAL gekolfd om het bolgewerkt te krijgen: achter het stuur, in de gehandicapten-WC’s, in koude achterkamertjes, in pashokjes, op café in een hoek, in de kopieerkamer, … Niet alleen omdat ik veel meer moest kolven, ook omdat ik overal en nergens werkte. En ja, af en toe moest ik me ook behelpen met donormelk en in uiterste nood, poedermelk. Die melkproductie hoog houden terwijl je werkt was voor mij als jongleren en 12 ballen hoog houden. Het is een ratrace, van hot naar her, je oudste dochter op school krijgen, de jongste in de crèche, onderweg naar het werk en kolven, werken, pauze kolven, werken, een boterham tussen de kiezen steken, een powernap van 10 minuten proberen doen tijdens je half uurtje middagpauze, kolven, werken, kolven, naar huis en soms nog eens kolven, oeps geen tijd gehad om te drinken, anderhalve liter water in één teug leegdrinken, thuis komen, je kind live voeden, het huishouden en natuurlijk de nachten met de nodige onderbrekingen om te voeden.
Je bent kapot.
En dat is natuurlijk de dooddoener voor je productie. Je kunt niet meer rusten als je terug aan het werk bent. En daarom houdt het ‘ineens’ ook op bij sommige mama’s.
Ik moet meermaals denken wat voor een girlpower borstvoeding wel niet is. Want wat wordt die borstvoeding in mijn ogen door de maatschappij onderschat! Ze wordt weggemoffeld en onvriendelijk behandeld en oh wat is die maatschappij onwetend! Op een tv-set bleef de productie-assistente om de paar minuten vragen of ik al ‘klaar’ was en ‘Of ik nog lang nodig had’, niet wetende natuurlijk dat stress nog zo’n geweldige factor is waardoor het kolven lekker niet lukt. Het is bij momenten heel erg doorbijten en niet genieten en vooral voor ogen houden: mijn kind is bijna nooit ziek, die band is onevenaarbaar, dit is wat zij en ik nodig hebben, het is ook gemakkelijk… En het genieten ook in die heftige periodes nog op maar vaak was het ook zoek. Na een jaar is die melkproductie bij mij gelukkig stabiel en hoeft dat kolven niet meer. En ben ik blij dat ik volgehouden heb en is het genot terug. En ja soms is het nog doorbijten en is elke nacht nog meermaals onderbroken. Maar bon, ‘Anders zou ik misschien wakker liggen van een kindje dat wat meer ziek was’, troost ik me dan.
En waarom ik het volhou is eigenlijk met geen woorden te vatten, zo mooi en puur is het wel. Straffer, sterker en zoeter alvast dan de koffie verkeerd die ik leeg drink. Ik betaal de veel te dure kop troost en besluit te gaan. De deur met de borstvoedingsvriendelijke sticker wordt voor me open gehouden door de bebaarde barrista. Ik wandel naar buiten en bedenk ‘Borstvoedingsvriendelijk, dat is een Scrabblewoord met een grote woordwaarde.’